Naar boven
MENU
MENU

Vaststelling kinderalimentatie bij samengestelde gezinnen

Gezinssituaties worden steeds ingewikkelder.

Veel relaties/huwelijken stranden en er worden vervolgens weer nieuwe relaties/huwelijken aangegaan. In veel gevallen zijn er ook kinderen aanwezig in deze gezinnen. Los van alle emotionele perikelen die dit met zich kan brengen, ontstaat ook een ingewikkelde situatie om de kinderalimentatie juist te berekenen.

Uitgangspunt is dat de onderhoudsverplichtingen van gelijke rang zijn. Er zal moeten worden berekend wie welk deel van de behoefte van de kinderen voldoet; welk deel van de draagkracht is beschikbaar voor ieder van de kinderen. Een eventueel verschil in behoefte kan daarbij van invloed zijn.

De hoge Raad heeft bepaald dat bij het berekenen van de te betalen kinderalimentatie moet gekeken worden naar alle kinderen en alle onderhoudsplichtigen. Ook als er slechts tussen enkele van hen een procedure wordt gevoerd. In grote lijnen moet van elk kind worden bepaald wat zijn behoefte is en wie voor dat specifieke kind onderhoudsplichtig is.

Voor het berekenen van de juiste kinderalimentatie dient dus eerst de behoefte van het kind bepaald te worden. De behoefte wordt bepaald aan de hand van het netto gezinsinkomen van de eigen ouders van het kind, kort voor het uiteengaan van die ouders. Vervolgens zal voor het invullen van die behoefte gekeken moeten worden wie onderhoudsplichtig is voor het kind.

Onderhoudsplichtig zijn sowieso de eigen ouders van het kind, daarnaast kan ook de stiefouder onderhoudsplichtig zijn indien het kind tot het gezin behoort en de stiefouder is getrouwd met de echte ouder. Zo kan het gebeuren dat iemand voor kinderen uit twee gezinnen onderhoudsplichtig is, waar drie situaties aan de orde zijn voor het berekenen van de behoefte en de draagkracht.

Verdeling draagkracht gelijkelijk over kinderen en kind uit eerder huwelijk.

Het Gerechtshof in Arnhem heeft nu in een zaak een korte slag gemaakt met deze ingewikkelde opvatting. Wat was hier het geval. De man en de vrouw zijn de ouders van 2 thans nog minderjarige kinderen. De man betaalt een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van € 313,81 per maand voor zijn dochter uit een eerdere relatie. In geschil is de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie

Het hof overweegt als volgt:

Het hof constateert dat door de man geen inzicht is verschaft of, en zo ja in hoeverre, de moeder van zijn dochter  kan bijdragen in haar behoefte. De draagkracht van de man is € 362,- per maand. Vast staat wel dat de vrouw van de twee kinderen geen draagkracht heeft. Indien de moeder van de dochter  eveneens geen draagkracht heeft dan is duidelijk dat de draagkracht van de man ruimschoots tekort schiet om in de behoefte van de kinderen te voorzien. Indien de moeder van de dochter  wel draagkracht heeft dan acht het hof het des te redelijker om de draagkracht van de man gelijkelijk over zijn drie kinderen te verdelen

Conclusie:

Al met al acht het hof het redelijk dat de draagkracht van de man gelijkelijk over zijn drie kinderen wordt verdeeld. Het hof stelt de bijdrage van de man vast op (afgerond) € 121,- per kind per maand.

Als u graag telefonisch vragen wilt stellen, kunt u altijd vrijblijvend contact met ons opnemen.