Naar boven
MENU
MENU

Wanneer heeft u recht op een transitievergoeding?

De transitievergoeding bij uitzendovereenkomsten
Met ingang van 1 juli 2015 is de uitzendonderneming aan de uitzendkracht op grond van de Wet Werk en Zekerheid aan het einde van het dienstverband een transitievergoeding verschuldigd
indien het (voortgezette) dienstverband tenminste 24 maanden heeft  geduurd en :
de uitzendovereenkomst door de uitzendonderneming is opgezegd, op verzoek van de uitzendonderneming is ontbonden of na het einde van rechtswege op initiatief van de uitzendonderneming niet is voortgezet of
de uitzendovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de uitzendonderneming door de uitzendkracht is opgezegd, op verzoek van de uitzendkracht is ontbonden of na het einde van rechtswege op initiatief van de uitzendkracht niet is voortgezet.
De transitievergoeding bedraagt gedurende de eerste tien jaar van het dienstverband 1/3 bruto maandsalaris per  dienstjaar en voor de periode daarna een 1/2 bruto maandsalaris per dienstjaar. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000,= bruto of maximaal het bruto salaris over twaalf maanden indien dat hoger is.
Ook de uitzendonderneming is aan de uitzendkracht een transitievergoeding verschuldigd als aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan. In een aantal gevallen is de uitzendonderneming echter geen transitievergoeding aan de uitzendkracht verschuldigd. Deze gevallen vloeien voort uit de wet of uit de cao.
Hieruit volgt onder meer dat de uitzendonderneming geen transitievergoeding is verschuldigd indien:
–   de uitzendovereenkomst met de uitzendkracht vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd wordt beëindigd;
–    de uitzendovereenkomst met de uitzendkracht eindigt omdat de uitzendkracht (rechtstreeks) voor de opdrachtgever gaat werken.
Dit kan op basis van een dienstverband, maar ook als ZZP’er; of
–   de uitzendovereenkomst met de uitzendkracht eindigt omdat de opdracht waarop de uitzendkracht werkzaam is aan een andere uitzendonderneming wordt gegund na een aanbesteding en de uitzendkracht voor de andere uitzendonderneming gaat werken.
De uitzendkracht mag zelf bepalen wat hij met de transitievergoeding doet. Hij kan deze bijvoorbeeld gebruiken voor scholing, maar dat hoeft niet.
Let op: Mocht de uitzendkracht van mening zijn dat de uitzendonderneming geen transitievergoeding of een te lage transitievergoeding heeft betaald, dan  moet de uitzendkracht hieromtrent binnen drie maanden na de dag waarop de uitzendovereenkomst is geëindigd een verzoekschrift indienen bij de kantonrechter.
Heeft u vragen neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met ons kantoor.